Meer kindjes in stuitligging
We hebben tegenwoordig meer kindjes in stuitligging en in andere variaties op de hoofdligging dan ‘vroeger’. Dit komt omdat vrouwen tegenwoordig meer zitten dan ooit. Vroeger was er dagelijkse arbeid in en om het huis: alles werd regelmatig schoongemaakt, de was werd op de hand gedaan. Er werd nog geen/minimaal auto gereden, maar wandelen en fietsen werd veel vaker gedaan dan nu (gemiddeld). Het bekken bleef daardoor in balans en de spieren rondom dat bekkengebied bleven soepeler.
De stand van het bekken en baarmoeder worden dus beïnvloed door de dagelijkse activiteiten. Veel zitten en onderuit liggen hebben een negatief effect op je bekken, je kantelt je bekken namelijk naar voren. Daarmee verklein je de ruimte in je bekken en daarmee de ruimte in je baarmoeder.
Een stuitbaby is niet eigenwijs
Doordat we nu minder optimaal bewegen maken we het bekken dus smaller. Het hoofd van een kindje is het grootste onderdeel van het lijfje. Het kindje is gewoon heel slim: het gaat met zijn hoofdje naar boven liggen, want daar is meer ruimte.
Een stuitligging komt vaker voor
Een stuitligging komt vaker voor bij een meerlingzwangerschap of bij een voorliggende placenta.
Erfelijkheid speelt ook een rol: Zo zie je soms in families dat stuitliggingen vaker voorkomt. Waarschijnlijk komt dit door de vorm van het bekken.